Het verband tussen Mozart en een moderne Indonesische speelfilm ligt niet zo voor de hand. Ter gelegenheid van het Mozart-jaar 2006 kreeg operaregisseur Peter Sellars de taak om opdrachten uit te schrijven voor nieuw werk van kunstenaars uit verschillende disciplines. De Indonesische regisseur Garin Nugroho baseerde zich in het kader van die opdracht op het thema van de dodenceremonie uit Mozart’s Requiem.
In Opera Jawa (2007), zijn opera-achtige verfilming van het aloude Ramayana-verhaal, geeft hij een moderne draai aan de driehoek tussen Prins Rama, zijn vrouw Sinta en de demon Rahwana. Siti (Sinta) is een zelfstandige vrouw die haar eigen gevoelens onderzoekt. Ze komt in verleiding door de toenaderingen van de handelaar Ludiro (Rahwana), maar geeft zich niet aan hem. Door het wantrouwen van haar man Setyo (Rama) verkilt de relatie toch en kiest Setyo uiteindelijk voor de alles verwoestende wraak.
De film ziet er oogverblindend uit en heeft inderdaad de traagheid van een uitgesponnen opera. In het oorspronkelijke Ramayana-verhaal bewijst Sinta door een vuurproef haar liefde en trouw aan Rama. Dat regisseur Nugroho afwijkt van dit gegeven heeft al hevig protest uitgelokt onder sommige hindoes in Indonesië. Siti is niet ontrouw, maar valt desondanks ten prooi aan de jaloezie van haar man.
Nugroho (zelf moslim) heeft waarschijnlijk niet bewust willen provoceren, maar verbeeldt hier de geweldplegingen uit het recente verleden en de uitbuiting van de aarde, waarvan Sinta het zinnebeeld is.