Zo nu en dan google ik op internet naar de namen van mensen die ik vroeger gekend heb: oude klasgenoten, de collega’s uit mijn eerste banen, vrienden van toen: tien, twintig jaar geleden. Het is bij mij niet anders: door een verhuizing naar een andere stad, een nieuwe baan, een vaste relatie heb ik veel mensen uit het oog verloren. Hun namen staan soms nog jaren en jaren in mijn agenda. Totdat ik betwijfel of hun adressen en telefoonnummers nog wel juist zijn, of zij nog dezelfde relatie hebben, of dat ze zelfs nog wel leven.
Privacy
Het googlen is meestal tevergeefs. Vroeger was het gemakkelijk anoniem te checken: je pakte de papieren telefoongids uit de bibliotheek, waar een twintigtal banden op de plank heel Nederland omvatte. In die gidsen was bijna iedereen met een telefoonnummer te vinden. Nu is de telefoongids online en vind je heel veel namen niet meer, omdat mensen er om privacyredenen niet in opgenomen willen worden.
Ik kan het niet helpen dat ik soms nieuwsgierig ben naar die Very Interesting People van toen. Misschien niet genoeg om ze direct te bellen of schrijven. Dat maakt het weer zo ernstig. Tien, twintig jaar overbruggen en aanhaken bij het hier en nu van iemands leven, dat doe je niet zomaar. Niet dat ik het niet zou kunnen. Maar misschien wil ik het wel niet. Misschien heeft zij inmiddels wel een kroost die haar hele wezen opslorpt. Misschien is hij wel veranderd in een notoire mopperpot die zijn eigen crisistijd schept.
Voorzichtig contact leggen
Ik wil geen al te grote verwachtingen scheppen. Zoals laatst met een oude vriendin uit Amsterdam. Ze had me teruggevonden op internet en een mail gestuurd. Hele levensverhalen gingen in korte tijd over en weer via de e-mail. Niet alles rooskleurig. Ik had echt het voornemen om haar in Amsterdam eens op te zoeken. Maar toen kwam er de nodige rampspoed in mijn leven die al mijn aandacht eiste, voor een half jaar, of langer. Ondanks dat ze wist wat er gebeurd was is het draadje niet opgepakt. Niet door mij, niet door haar.
En dan denk ik dus: waar zijn mijn leeftijdgenoten op internet? Wat zou het gemakkelijk zijn als zij op Twitter had gezeten. Dan was een regeltje tekst van maximaal 140 tekens voldoende om te weten wat haar nu bezig houdt. Dan was er een subtiel draadje. Dan was opnieuw aanhaken gemakkelijk geweest.
Blijkbaar ben ik toch een uitzondering in mijn aanwezigheid op internet. Ik ben van de generatie die de grote opkomst van computers heeft meegemaakt vanaf het begin. DOS en matrixprinters, weetjewel? Dat is dus NIET de generatie die zich niet kan indenken hoe het leven er uit ziet zonder games, internet en smartphones. Die wereld van daarvoor ken ik ook nog. Dat geeft mij ruimte om soms heerlijk te relativeren. Niet alle gevolgen van nieuwe technologie zijn zaligmakend.
Waar zijn mijn vrienden en bekenden?
Toch begrijp ik de meeste van mijn generatiegenoten niet zo goed. Hoe doen ze het? Niet zichtbaar aanwezig zijn op internet is voor mij zoiets als de telefoon niet gebruiken, of geen e-mailadres hebben. Hoe gaan ze het over twintig, dertig jaar doen, als voor de meesten de jaren van grotere immobiliteit en afhankelijkheid komen? Sturen ze dan nog steeds e-mails met bijlagen naar de kleinkinderen? Of ontdekken ze dan toch de toekomstige equivalenten van Skype, Flickr en Twitter?
Social media brengen mensen met gelijke ideeën en interesses bij elkaar. Het verbreedt en verrijkt je blikveld als je wilt. Je krijgt een netwerk waarvan je mensen bij elkaar kunt brengen. Of waar je zelf op terug kunt vallen als dat nodig is. Je geeft wat. En je krijgt wat.
Social media brengt mij zoveel goeds
Ik ben ‘mijn tweeps’ dan ook echt dankbaar dat ze me een kijkje in hun leven gunnen, dat ze interessante artikelen of websites met me delen, dat ze grapjes maken, met me discussiëren en soms ook lekker triviaal durven zijn. Pieken en dalen delen, dat is het, tot op zekere hoogte.
Door al die draadjes van iemand op Twitter weet ik soms meer van hun dagelijkse interesses dan van mijn beste vrienden. Ik vind het raar dat ik voor hen, mijn beste vrienden, apart een e-mail moet gaan typen, een indringend telefoongesprek moet gaan voeren, of een moeizaam tot stand gekomen afspraak voor een halfjaarlijks etentje moet afwachten.
Geef het een kans, probeer eens wat…
Kom lieve beste vrienden, lieve vrienden van vroeger, lieve leuke collega’s van nu, zorg tenminste dat je vindbaar bent op internet. Doe eens iets met social media. Link eens in op LinkedIn. Deel je slides op Slideshare. Pin je interesse op Pinterest. Probeer zo nu en dan een tweetje. En oké, als jullie, mijn generatiegenoten, liever op Facebook zitten, drink ik zelfs die gifbeker.
Promise?